Op 17 oktober heeft de rechtbank Overijssel (Zwolle) uitspraak gedaan in een zaak van een burgermedewerker met een uitkering wegens functioneel leeftijdsontslag (FLO). Gesteund door de VBM heeft deze burger bezwaar gemaakt tegen het besluit om de FLO-uitkering te beëindigen op de dag dat hij 65 jaar wordt. De rechtbank Zwolle heeft het bezwaar erkend.

Defensie had, zoals gebruikelijk, in eerste instantie het bezwaar van de burgerambtenaar verworpen. Tegen dat besluit is beroep aangetekend en dat beroep is gegrond verklaard.
De rechtbank oordeelt dat het eindigen van de FLO-uitkering bij de leeftijd van 65 jaar onderscheid naar leeftijd oplevert. De duur van de uitkering is niet afhankelijk van dienstjaren, maar eindigt standaard bij 65 jaar). Het onderscheid naar leeftijd kan niet worden gerechtvaardigd.
De rechtbank Zwolle sluit aan bij de wachtgelduitspraken van de Centrale Raad van Beroep van 18 juli 2016: de tegemoetkoming op grond van de voorlopige voorziening, zoals Defensie die biedt, is bruto. Er is geen compensatie voor fiscale effecten. Ook kan volgens de rechtbank de minister de FLO’er niet verplichten om zijn ouderdomspensioen eerder te laten ingaan, temeer omdat dit leidt tot een structureel lager ouderdomspensioen.
De rechtbank ziet geen mogelijkheid om zelf in de zaak te voorzien en draagt de minister op om een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen.
Op dit moment liggen bij de rechtbank Alkmaar en de rechtbank Utrecht ook een aantal zaken van burgerambtenaren met een FLO-uitkering.

De volledige uitspraak van de rechtbank in Zwolle vindt u HIER.