De onderhandelaars van het Ministerie van Defensie en de Centrales van Overheidspersoneel zijn vrijdag 3 november een onderhandelaarsresultaat overeengekomen. De VBM en de BBTV (hierna VBM) zijn blij met het feit dat de onderhandelingen dusdanig voorspoedig zijn verlopen dat een aansluitend arbeidsvoorwaardenakkoord mogelijk is. De leden kunnen zich vanaf volgende week uitspreken over het resultaat. De VBM legt het resultaat namelijk met een positieve waardering via een referendum voor aan de achterban.

Eind 2023 verstrijkt de looptijd van het huidige arbeidsvoorwaardenakkoord. Na jaren dat dit anders was, lijkt het mogelijk om een nieuw arbeidsvoorwaardenakkoord op 1 januari 2024 te laten ingaan. Binnen een beperkt aantal maanden hebben de onderhandelaars een resultaat bereikt. Het is nu aan de leden om daarover een uitspraak te doen. Door HIER te klikken komt u bij het onderhandelaarsresultaat (of klik HIER voor een PDF).

 Defensiepersoneel ontvangt per 1 januari 2024 een loonsverhoging van 7%. (Foto: Jasper Verolme)

Het resultaat bevat meerdere onderdelen. Wij raden u ook aan de tekst van het resultaat rustig door te lezen, want die is bepalend. Een aantal onderdelen noemen wij hier.

Het resultaat kent een looptijd van één jaar. Daarin is een structurele loonsverhoging opgenomen van 7 %. De bezoldiging van iedere defensiemedewerker stijgt hierdoor op 1 januari 2024 behoorlijk.

De onderhandelaars hebben tijdens de besprekingen nadrukkelijk stilgestaan bij het door velen gevoelde verschil tussen de ontwikkeling van de prijzen in 2023 en de loonsverhoging, die in het vorige akkoord is afgesproken. De uitkomst van deze discussie levert een eenmalige uitkering op van €1500.

UGM-ers, wachtgelders en FLO-ers ontvangen deze verhoging eveneens. Dat geldt uiteraard ook voor de eenmalige uitkering. Voor het eerst krijgen medewerkers die in 2023 de dienst verlaten hebben of bijvoorbeeld als UGM-er met pensioen zijn gegaan deze uitkering naar evenredigheid.

Opnieuw wordt het loongebouw voor de burgermedewerkers verbeterd. Deze keer met de focus op de groep medewerkers in de schalen 8 tot en met 16.

Voor alle burgermedewerkers wordt – los van de verhoging met 7 % - door een aantal maatregelen de bezoldiging met royaal 600 euro p/j verhoogd. Aan de schalen 8 tot en met 16 wordt (tenminste) één periodiek toegevoegd. Omdat de meeste burgermedewerkers op het maximum van hun schaal zitten, levert dit een onmiddellijk voordeel op. Anderen krijgen een beter perspectief.

De reiskostenvergoeding voor woon- werkverkeer stijgt met 2 cent per kilometer voor degene die thans 19 cent per kilometer ontvangt. Medewerkers die gebruik maken van eigen vervoer en thans niets ontvangen, omdat zij op minder dan 11 kilometer van de werkplek wonen, krijgen voortaan deze (verhoogde) tegemoetkoming eveneens. De medewerker die voor zijn dienstreizen gebruik mag maken van eigen vervoer ontvangt voortaan 22 cent per kilometer.

Tijdens de onderhandelingen is lang gediscuteerd over een verbetering van het stelsel van inzetvormen en -vergoedingen.

Dat heeft uiteindelijk geleid tot een aantal aanpassingen, die ten doel hebben een beter onderscheid tussen varen en oefenen, inzet en deelname aan vredes- en humanitaire operaties te maken. Door inzet als een aparte variant neer te zetten kan beter ingespeeld worden op de manier waarop Defensie de afgelopen tijd en in de toekomst ingezet is en zal worden. In het resultaat wordt voor inzet en deelname aan vredes- en humanitaire operaties hogere vergoedingen toegekend. Deze zijn zodanig vormgeven dat het onderscheid tussen de drie eerder genoemde varianten beter tot uiting komt in de hoogte van de vergoeding.

Op nieuwe verdeling op hoofdlijnen die in het resultaat staat zal komen jaar verfijnd worden. Als dat gebeurd is, zullen in lijn met de bedoeling van Defensie en de centrales de vergoedingen voor inzet uitbetaald worden en zal de vergoeding voor wat nu VVHO heet opnieuw verhoogd worden.

Matrozen, soldaten – de zogenaamde groep 1 - krijgen een verhoging van de vergoeding voor varen en oefenen op 1 januari naar 100 euro. Daarmee wordt een eerste stap gezet op weg naar het weghalen van het onderscheid in vergoedingshoogte, die thans afhankelijk is van de rang.

Graag hadden we het voorzieningenstelsel voor defensiemedewerkers in het buitenland integraal aangepakt. Binnen de beperkte tijd die er voor de onderhandelingen was, bleek dit iets te ambitieus. Wel zijn er meerdere afspraken gemaakt die ervoor zorgen dat medewerkers, die in het buitenland wonen en werken, er niet alleen maandelijks op vooruitgaan, maar ook een betere tegemoetkoming ontvangen voor meer incidentele uitgaven, zoals het huren van een auto of bijles voor de kinderen. Verder wordt het reizen in het kader van gezinshereniging verbeterd door deze reizen ook voor medewerkers in Europa te vergoeden en door de vergoeding van één keer in de 2 jaar naar éé keer in het jaar te brengen.

Tot slot. Het resultaat bevat ook nog afspraken over bijvoorbeeld de tegemoetkoming voor reünieactiviteiten, remotie voor burgermedewerkers, de thuiswerkvergoeding, de cafetariaregeling en een nieuwe verlofvorm voor militairen, die meer zekerheid moet bieden om tijdelijk in deeltijd te werken.

U kunt alle afspraken nalezen door HIER te klikken (of klik HIER voor een PDF).