Jan Mennen zit namens het Ambtenarencentrum, waar ook de VBM onder valt, in het Verantwoordingsorgaan van het ABP. Mennen werkt zelf voor de Douane, zit in de Ondernemingsraad, zit zoals gezegd in het Verantwoordingsorgaan, maar is ook ABP-pensioenambassadeur. In onderstaand artikel gaat hij in op de vraag hoe het komt dat de belastingaangifte voor mensen die onlangs met pensioen zijn gegaan, vaak een tegenvaller is.

Jan Mennen 

Veel gepensioneerden krijgen een vervelende verrassing als ze voor het eerst aangifte moeten doen na hun pensionering. Los van andere aftrekposten zoals hypotheek of bijtellingen zoals andere inkomsten, was de ingehouden loonbelasting in het verleden ook zo ongeveer de eindheffing.

Zij vragen zich dan ook af hoe het kan dat er een flink bedrag moet worden bijbetaald. De eerste gedachte is vaak: dat moet een foutje zijn, toch nog eens alles nakijken. Maar nee, het klopt echt. Soms moet wel 3.000 euro of meer worden bijbetaald op de aangifte.

 

Hoe kan dat nu?

Het eerste deel van de uitleg is dat u bij het bereiken van uw AOW-leeftijd in een ander tarief terechtkomt. Tot uw AOW-leeftijd betaalt u tot een belastbaar inkomen van 73.031 euro 36,93%. Uiteraard worden alle aftrekposten zoals arbeidskorting e.d., verrekend.

Vanaf uw AOW-leeftijd is die eerste schijf tot 73.031 euro in twee schijven verdeeld. Over de eerste 38.703 euro betaalt u 19,03% en vanaf 38.703 tot 73.031 het ‘gewone’ tarief van 36,93%.

 

Lager tarief en toch meer betalen?

Maar als het tarief lager wordt, waarom moet u dan méér belasting betalen, zult u wellicht denken. Zolang uw inkomen uit één bron komt, is er niets aan de hand.

Zodra uw inkomen uit twee bronnen komt, wordt er te weinig ingehouden als u in zijn totaliteit boven die 38.703 euro uitkomt. En als u AOW en pensioen ontvangt, kan dat al snel het geval zijn.

Als gehuwde is uw AOW-bedrag 973,86 en 51,25 (vakantiegeld) euro per maand. Totaal 1025,11 euro per maand en op jaarbasis 12.301,32 euro bruto. Dit bedrag zit volledig onder het bedrag van 38.703 euro per jaar van de eerste (AOW) schijf. U hebt dan nog een bedrag van 26.401,28 euro over totdat u aan het maximum van de eerste schijf zit. Dit is een bedrag van ongeveer 2.200 euro per maand.

Als uw bruto pensioen als gehuwde dus boven die 2.200 euro per maand zit – u komt dan boven die 38.703 euro – dan wordt over het bedrag daarboven te weinig loonbelasting ingehouden. En hoe meer erboven, hoe meer u moet bijbetalen op uw aangifte.

Het pensioenfonds (niet alleen het ABP, maar álle pensioenfondsen) houdt geen rekening met het feit dat de eerste 12.301 euro al door uw AOW is gebruikt. De pensioenfondsen houden dus over een te groot bedrag 19,03% in terwijl dit eigenlijk 36,93% had moeten zijn over een gedeelte van dat bedrag.

Als u nog niet gepensioneerd bent en u kijkt in ‘MijnABP’ dan ziet u overigens wel de juiste bedragen. Uw pensioen en AOW bij elkaar is het juiste nettobedrag. Als u goed kijkt, kunt u zien dat er een lager AOW-bedrag staat vermeld dan u in werkelijkheid gaat ontvangen.

Het verschil tussen het bedrag dat u aan AOW ziet staan en wat u straks werkelijk ontvangt, is zo ongeveer het bedrag dat je fiscaal moet afdragen om bovenstaande reden.

Bovenstaande uitleg en bedragen hebben betrekking op een volledig AOW-jaar. In het jaar waarin u de AOW-leeftijd bereikt, is dit gedeeltelijk van toepassing, afhankelijk van de maand waarin u de AOW-leeftijd bereikt.

 

Kunt u hier iets aan doen?

Vooropgesteld: u betaalt de belasting die u moet betalen, niet meer en niet minder.

Primair is het van belang dat u weet dat u een mogelijke naheffing kunt verwachten. En als je weet dat u dat kunt verwachten, kunt u hierop anticiperen.

Dit anticiperen kunt u doen door bijvoorbeeld uw loonheffingskorting niet te laten toepassen, niet op uw AOW en niet op uw pensioen. Dan resteert er mogelijk nog een bedrag maar dat is dan een stuk lager.

U kunt ook elke maand een stuk reserveren door dit maandelijks (automatisch) apart te zetten.

Uiteraard kunt u ook niets doen en er gewoon rekening mee houden dat u een flink bedrag moet gaan betalen op uw belastingaanslag.

 

Voor een berekening van de bij te betalen bedragen:

Bijlage 1: AOW gehuwde en loonheffingskorting op het AOW-bedrag

Bijlage 2: AOW gehuwde en geen loonheffingskorting toegepast

Bijlage 3: AOW ongehuwde en loonheffingskorting op het AOW-bedrag

Bijlage 4: AOW ongehuwde en geen loonheffingskorting toegepast

 

Noot: waar ‘gehuwde’ staat wordt ook iemand bedoeld die voldoet aan het begrip partner voor de AOW. Aan deze berekeningen kunnen geen rechten worden ontleend en zijn bedoeld om indicatief de verschillen duidelijk te maken en om mensen te helpen bij hun keuzes.

Tags