Op 5 oktober 2018 heeft de VBM u geïnformeerd over de bezwaarprocedure tegen de berekening van de wettelijke rente over de nabetaling van de compensatie AOW-gat (tot 90%). De proef-bezwaarprocedures zijn ingetrokken.

In vervolg op het bericht ‘Bezwaar maken tegen rentevergoeding nabetaling AOW-gat’ d.d. 5 oktober 2018 (klik hier) willen wij u nader informeren.

Rond 20 september 2018 heeft het ABP namens de Staatssecretaris van Defensie een brief gestuurd aan een aantal gewezen defensie-medewerkers. Hierin:

1. werd aangekondigd dat de wettelijke rente zou worden vergoed over de nabetalingen die zijn gedaan als gevolg van de verhoogde AOW-gatcompensatie (de uitkering tot 90% van de gerechtvaardigde aanspraak);
Ter informatie: aan degenen die daar recht op hebben, is het bedrag aan wettelijke rente in september 2018 uitbetaald (dit is terug te zien op de specificatie van september 2018).

2. wordt aangegeven dat geen wettelijke rente zal worden uitbetaald over de nabetaling die nog gaat plaatsvinden. Het gaat om de nabetaling van de uiteindelijke verhoging naar 100% van de gerechtvaardigde aanspraak.

De VBM had op voorhand twijfels over de juistheid van het uitbetaalde bedrag aan wettelijke rente. Wij konden dit niet controleren, omdat bij de brief van 20 september 2018 of de specificatie van september 2018 geen enkele onderbouwing of berekening werd gegeven. Daarom hebben we in een aantal zaken bezwaar aangetekend tegen de uitbetaling van de wettelijke rente (‘proefprocedure’). Verder hebben we een standaard bezwaarschrift ter beschikking gesteld. Mensen die dat wilden, konden zo zelf bezwaar maken en hun zaak laten aanhouden tot dat in het proefproces duidelijkheid was verschaft.

In de proefprocedures heeft het ABP een specificatie verstrekt van de wijze waarop de wettelijke rente is berekend. Na controle bleek dat de berekeningsregels in overeenstemming zijn met de regels die de wet voorschrijft. Verder was de berekening op de juiste wijze uitgevoerd. Kortom: in de proefprocedures was een juist bedrag aan wettelijke rente uitbetaald. De cliënten van deze proefprocedures waren op grond hiervan overtuigd en hebben hun bezwaar ingetrokken.

Voor degenen die die zelf een (standaard) bezwaarschrift hebben ingediend en het bezwaar hebben laten aanhouden, geldt het volgende:

1. Het ABP zal u waarschijnlijk binnenkort benaderen met de vraag of u de bezwaarzaak wel of niet wilt voortzetten. De keuze is aan u. Het kan zijn dat u op grond van de proefprocedure die de VBM heeft gevoerd, ook ervan uitgaat dat de berekening op de juiste wijze heeft plaatsgevonden. Wanneer u dit echter zelf wilt controleren, kan het ABP een specificatie van de berekening van de wettelijke rente opstellen. Wanneer u daarover vragen heeft, kunt u als lid uiteraard contact opnemen met de VBM.

2. In de proefprocedure hebben we het bezwaar tegen het niet uitbetalen van de wettelijke rente over de uitbetaling van de verhoging van 90% naar 100% van de gerechtvaardigde aanspraak niet langer aangevochten. Op grond van de wet is Defensie wettelijke rente verschuldigd als er sprake is van ‘verzuim’. Van verzuim is -simpel gezegd- sprake als een bedrag uitbetaald had moeten worden, maar dat niet tijdig is gebeurd. De verhoging van 90%-100% volgt echter niet uit de rechterlijke uitspraak. De rechter heeft immers geoordeeld dat een vergoeding van 90% juridisch houdbaar is. De aanvullende 10% wordt door Defensie dus uit eigen beweging vergoed. De leden die een proefproces zijn gestart, waren daarom achteraf van mening dat er in juridische zin geen sprake was van verzuim. Zij hebben dit (onderdeel van het) bezwaar ook ingetrokken. Het is aan u om te beoordelen of u dit onderdeel van het bezwaar wel of niet wilt doorzetten.

Mocht u vragen hebben over het uitbetalen van de wettelijke rente, dan kunt u uiteraard contact met ons opnemen.