Huidige wet- en regelgeving belemmert de noodzakelijke groei en gereedheid van de krijgsmacht. Militairen kunnen nu onvoldoende trainen in realistische scenario’s en met het materieel dat daarvoor nodig is. De Wet op defensiegereedheid (Wodg) maakt dat mogelijk door sommige complexe procedures te vereenvoudigen of te versnellen.

(Foto: Aaron Zwaal/Mediacentrum Defensie)

Het voorlopig wetsvoorstel is vrijgegeven voor internetconsultatie. Deze staat tot en met 6 juli open voor reacties uit de samenleving.

De Wodg draagt bij aan het versneld versterken van onze krijgsmacht. Met de wet is het bijvoorbeeld mogelijk om realistisch te oefenen met drones boven militaire terreinen. Omdat de sensoren van drones mogelijk onbedoeld personen of voertuigen buiten het militaire terrein registreren, worden ze nu vaak niet gebruikt.

Nederland heeft wetgeving voor Defensie voor tijden van vrede en oorlog. In de huidige ‘grijze zone’, het schemergebied tussen vrede en oorlog, moet Defensie in korte tijd de militaire paraatheid verhogen. Dit vereist het uitbreiden van capaciteiten, meer oefenen en trainen en meer verplaatsingen van materieel. De Wodg stelt Defensie in staat om deze noodzakelijke activiteiten uit te voeren. 

Realistisch oefenen

Met de nieuwe wet wordt de regeldruk voor Defensie verminderd. Dit stelt militairen bijvoorbeeld meer in staat om te oefenen op bestaande schietbanen en legerbases met verschillende typen wapens en kaliber. Onder huidige vergunningen is dat nu niet altijd mogelijk. Dat geldt ook voor leren schieten in het donker met nachtzichtapparatuur. Daarnaast laat de oorlog in Oekraïne zien dat loopgraven ook bij moderne conflicten horen. Met het huidige wetsvoorstel kan Defensie sneller loopgraven aanleggen op eigen terreinen. Dit zijn slechts enkele voorbeelden die illustreren dat Defensie met het wetsvoorstel beter in staat wordt te oefenen voor realistische scenario’s. 

Na de internetconsultatie worden de reacties meegenomen in het definitieve ontwerp van de wet. Deze wordt vervolgens vastgesteld in de ministerraad. Daarna wordt advies gevraagd aan de Raad van State. En volgt parlementaire behandeling van het uiteindelijke wetsvoorstel.

Einddatum internetconsultatie: 4 juli 2025.