Is een medezeggenschapscommissie bij kleine eenheden nodig, of niet? In een overleg met Defensie werd een concept-reorganisatieplan besproken, waarin een nieuwe diensteenheid werd opgericht. Deze nieuwe diensteenheid bestond uit een beperkt aantal VTE-en. In het concept Voorlopig Reorganisatieplan (c-VRP) stond beschreven dat de commandant van deze nieuwe diensteenheid het HDE (Hoofd Diensteenheid) werd. Ook stond er in het c-VRP dat deze nieuwe diensteenheid, vanwege de geringe omvang, geen eigen MC (medezeggenschapscommissie) kreeg. Hoe zit dat eigenlijk?

Tekst: Ronald van Riel

In het BMD staat in artikel 3 het volgende:

Onze Minister stelt in het belang van het goed functioneren van de organisatie in al haar doelstellingen bij een diensteenheid een medezeggenschapscommissie in ten behoeve van het overleg met en de vertegenwoordiging van de bij de diensteenheid werkzame personen.

Hier wordt dus géén onderscheid gemaakt wordt tussen grote en kleine diensteenheden. In artikel 10 van het BMD staat beschreven hoeveel leden een medezeggenschapscommissie dient te tellen. Hier bestaat wel een onderscheid: voor een kleine diensteenheid (minder dan 100 werknemers) telt een medezeggenschapscommissie ten minste 3 en ten hoogste 7 leden. Het daadwerkelijk aantal leden van een MC wordt bepaald in het reglement van de desbetreffende MC (conform artikel 17 BMD). Daarnaast worden in dit reglement onderwerpen geregeld zoals de kandidaatstelling, de inrichting van de verkiezingen, de vaststelling van de uitslag daarvan en de werkwijze van de MC. De vaststelling van het reglement behoeft de instemming van twee derde van de medezeggenschapscommissie.

Hoe werkt dit bij een nieuw op te richten diensteenheid? Deze heeft immers geen MC, en dus ook geen reglement. Dit is terug te vinden in het ‘Draaiboek Verkiezingen BMD’. Als er geen MC meer actief is of als voor de eerste keer verkiezingen worden georganiseerd, vinden de verkiezingen plaats onder verantwoordelijkheid van het HDE. Voor het organiseren van verkiezingen in deze situatie moet de verkiezingsprocedure gestart worden met het benoemen van een commissie van toezicht (CVT). Het HDE stelt deze CVT in. Een CVT bestaat uit het HDE of een door hem aan te wijzen functionaris, en twee door het HDE aan te wijzen werknemers van de diensteenheid. De CVT houdt toezicht op de organisatie van de verkiezingen, wat betekent dat zij de verkiezingen bewaakt en zorgdraagt dat de procedure volgens de regels verloopt. De CVT is ook aanspreekpunt voor derden en geldt als bezwaarinstantie in het kader van de verkiezingen. Mocht het aantal kandidaten kleiner zijn dan het minimaal aantal zetels, dienen er nieuwe verkiezingen gehouden te worden (Art 11 punt 6 BMD). Na installatie van de nieuwe MC zal deze een reglement moeten maken.

Conclusies

De conclusie is dat ook bij kleine eenheden géén keuzemogelijkheid bestaat voor het wel of niet oprichten van een MC. Die keuze heeft de minister al gemaakt. Daarnaast is het ook noodzakelijk als je op formele wijze op gelijk niveau overleg wilt voeren met het HDE. Dat op gelijk niveau overleg voeren geldt dus niet voor andere vormen zoals een personeelsvertegenwoordiging. Dat is iets uit de Wet op de Ondernemingsraden, maar is niet als vorm van medezeggenschap opgenomen in het Besluit Medezeggenschap Defensie.

En een tweede conclusie is: als er een MC moet worden gevuld zonder dat er een zittende MC is, is de HDE aan zet om dat mogelijk te maken!

Tags