Nadat het proces-verbaal van ongeval is opgemaakt, wordt een kopie hiervan opgestuurd naar het ABP (het ABP is het pensioenfonds dat de pensioenen van militairen regelt). Het ABP neemt daarna de beslissing of jouw ongeval wel of niet een ‘ongeval met dienstverband tijdens buitengewone of daarmee vergelijkbare omstandigheden’ is. Onder 'buitengewone of daarmee vergelijkbare omstandigheden' wordt onder andere verstaan: - staat van oorlog; - het deelnemen aan vredesoperaties; - het verlenen van bijstand in het kader van handhaving van de openbare orde; - een militaire oefening. Is er sprake van 'buitengewone of daarmee vergelijkbare omstandigheden', dan kun je een verzoek bij het ABP indienen, waarin je vraagt om na het einde van je dienstverband voor een invaliditeitspensioen in aanmerking te komen. Als je aan de voorwaarden voldoet, wordt eerst de mate van invaliditeit beoordeeld (hoeveel procent invalide).

Bij een invaliditeit van ten minste 10% kan je een invaliditeitspensioen krijgen. Wordt jouw ongeval niet aangemerkt als een ongeval met dienstverband of wordt jouw verzoek om in aanmerking te komen voor een invaliditeitspensioen afgewezen, dan kun je tegen die beslissing bezwaar aantekenen. Dit kan alleen binnen zes weken! Neem dus snel (binnen de bezwaartermijn van zes weken) contact op met de VBM/BBTV-helpdesk, zodat wij voor je kunnen bekijken of deze beslissing op juridisch juiste gronden berust.

Pensioen bouw je op doordat Defensie en jij een pensioenpremie afdragen. Daardoor ontstaat er een pensioenrecht. Het pensioenrecht is te berekenen door de formule: salaris min franchise maal opbouwpercentage (per kalenderjaar). 

Er zijn per 1 januari 2019 twee pensioenleeftijden:

A. de leeftijd 65 jaar of B. de AOW-leeftijd;

A. De pensioenleeftijd blijft per 1 januari 2019 de leeftijd 65 jaar voor de volgende groepen:
1. Militairen onder de oude diensteinderegeling (oDER);
2. Post-actieve militairen (deelnemer in pensioenregeling) die vóór 1 januari 2017 uit hun betrekking als militair zijn ontslagen;
3. Post-actieve militairen die op 31 december 2018 een uitkering ontvangen op grond van de Uitkeringswet Gewezen militairen;
4. Gewezen deelnemers (‘slapers’) in de pensioenregeling van de militairen die de leeftijd 65 bereiken in 2019.

B. De pensioenleeftijd is vanaf 1 januari 2019 de AOW-leeftijd voor de volgende groepen:
1. Militairen onder de nieuwe diensteinderegeling (nDER);
2. Post-actieven militairen (deelnemer in pensioenregeling) die uit hun betrekking als militair zijn ontslagen ná 31 december 2016 met uitzondering van de postactieve militairen die op 31 december 2018 een uitkering ontvangen op grond van de Uitkeringswet Gewezen militairen;
3. Gewezen deelnemers (‘slapers’) in de pensioenregeling van de militairen die de leeftijd 65 bereiken ná 2019.

Dat deel van het salaris waarover je geen pensioen opbouwt. Pensioenfondsen gaan er van uit dat je na je pensionering ook een volledig AOW-pensioen gaat ontvangen. Het ABP-pensioen is een aanvulling op de AOW.

Als je eerder afzwaait of met ontslag gaat, moet je op dat moment beslissen (binnen 6 maanden) of je je pensioen ‘meeneemt’ naar je nieuwe werkgever of bij ABP laat staan. Hiervoor kun je advies vragen aan het ABP.

In het pensioenoverzicht zie je hoeveel pensioen je kunt verwachten als je pensioen gaat ontvangen. Die pensioenbedragen zijn bruto en per jaar. Ook zie je hoeveel pensioen je nu al hebt opgebouwd. ABP gaat er in het pensioenoverzicht van uit dat jij je hele werkzame leven bij Defensie blijft werken. Wie wil weten wat je netto overhoudt kan het beste kijken op www.mijnpensioenoverzicht.nl.

Voor militairen en burgers kan dat via MijnABP (let op: inloggen kan alleen met een DigiD): http://mijn.abp.nl Klik na het inloggen in het overzicht op ‘Werkgevers en diensttijd’, klik vervolgens op ‘toon meer’, klik vervolgens op het driehoekje rechts van de regel met pensioengegevens. Als militair zie je dan welke perioden voor 100% tellen en welke voor 200% tellen (dubbel). Mocht er diensttijd zijn die wel voor dubbeltelling in aanmerking zou komen, maar die niet vermeld wordt in MijnABP, meld dit dan aan DCHR en de VBM/BBTV.

Nee, niet meer. In plaats daarvan is de VVHO-toelage voor 50% pensioengevend gemaakt. De kosten van de pensioenopbouw worden volledig betaald door de werkgever. Daarnaast wordt de pensioenopbouw tijdens de inverdientijd die wordt toegekend op basis van operationele inzet, vanaf 1 januari 2019 verhoogd van 50% naar 100%.

De kosten voor deze verhoging van 50% van de pensioenopbouw komt voor rekening van de werkgever. De pensioenopbouw tijdens de inverdientijd toegekend voor operationele inzet vóór 1 januari 2019 en de reguliere UGM-periode blijft gelijk aan 50%. Indien een militair geen gebruik maakt van de inverdientijd die wordt toegekend op basis van operationele inzet vanaf 1 januari 2019, dan wordt de periode waarvoor de verhoogde pensioenopbouw naar 100% geldt (en de verhoogde opbouw van 50% voor rekening komt van de werkgever) ‘doorgeschoven’ naar de reguliere UGM-periode.

Nee, de militaire middelloonregeling heeft twee andere franchise bedragen (het deel van je loon waarover geen pensioen wordt opgebouwd en waarover geen premie wordt betaald) die samenhangen met het inkomen en twee andere opbouwpercentages. Dat is gedaan om de pensioenopbouw voor de verschillende groepen militairen zo fiscaal gunstig mogelijk te houden. Het grootste verschil met de burgerregeling zit echter in het pensioengevend inkomen. In de militaire eindloonregeling vielen vrijwel alle toelagen buiten de pensioenopbouw. In de militaire middelloonregeling worden alle elementen die in de burgerregeling pensioengevend zijn, ook pensioengevend. Daar bovenop worden in de militaire middelloonregeling ook de VROB-vergoedingen en de VVHO voor 50% pensioengevend.