Kort voor Kerstmis 2023 hebben de werkgevers bij de overheid en de centrales van overheidspersoneel overeenstemming bereikt over de hoofdlijnen voor een nieuwe pensioenregeling bij het ABP. Met deze afspraken is het proces nog niet volledig afgerond. Over de noodzakelijke en gewenste aanpassingen van de pensioenregeling voor militairen wordt op dit moment nog gesproken.

Met de inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen staat vast dat er een nieuw pensioenstelsel moet komen. Dat moet er uiterlijk op 1 januari 2028 zijn. Alle pensioenfondsen in Nederland moeten op dat moment een pensioen uitvoeren dat past binnen de regels en de uitwerkingen daarvan van de Wet Toekomst Pensioenen (WTP).

De komende maanden moeten de hoofdlijnen uitgewerkt en uitgeschreven worden.De centrales van overheidspersoneel (simpel gezegd: de vakbonden bij de overheid en het onderwijs) en de verschillende overheidswerkgevers zijn al lange tijd bezig om voor de ABP-populatie een regeling te maken die WTP-proof is. Voor alle ambtenaren en onderwijsmedewerkers met uitzondering van de militairen geschiedt dat in de zogenaamde Pensioenkamer. De bestaande regeling voor militairen wijkt op onderdelen af van de pensioenregeling voor alle andere ambtenaren en onderwijsmedewerkers. Over de vraag – tegen de achtergrond van de noodzaak om ook voor militairen een regeling te hebben liggen die WTP-proof is – hoe de nieuwe regeling voor militairen eruit moet komen te zien, wordt al langer in het sectoroverleg defensie (SOD) gesproken.

In de Pensioenkamer is kort voor kerst overeenstemming bereikt over een zogenaamd hoofdlijnenresultaat (het stuk is niet meer vertrouwelijk). In het hoofdlijnenresultaat zijn afspraken opgenomen die zien op inhoud van de nieuwe regeling, die volgens de planning op 1 januari 2027 voor het ABP in werking zou moeten treden, en zien op de wijze waarop de bestaande aanspraken, opgebouwd onder de huidige regeling, worden omgezet in aanspraken onder de nieuwe regeling, de transitie. Dat laatst wordt in de volksmond ook wel het invaren genoemd.

De komende tijd zullen we met artikelen op de website de afspraken nader duiden. Voor nu is echter van belang te melden dat de afspraken die nu gemaakt zijn gezien moeten worden als afspraken tussen onderhandelaars. Vandaar ook het woord “resultaat” in de omschrijving van de bereikte uitkomst. Over dat resultaat kunnen de leden van de verschillende onderhandelingspartijen (aan werkgeverszijde en aan werknemerszijde) zich op een later moment uitspreken.

 

Hoofdlijnen uitwerken

Zoals eerder al aangegeven is het proces met het bereikte resultaat nog niet klaar. De komende maanden moeten de hoofdlijnen uitgewerkt en uitgeschreven worden in meerdere documenten, waarvan het transitieplan een erg belangrijk stuk vormt. Het transitieplan wordt voor consultatie voorgelegd aan organisaties van gepensioneerden en slapers (mensen die niet meer werken bij een werkgever die aangesloten is bij het ABP, maar wel nog aanspraak hebben op een ABP-pensioen). Eind maart kunnen deze zich uitspreken. Dit is de invulling van het zogenaamde Hoorrecht. Hun input kan leiden tot een bijgesteld plan. Als dat rond is zijn de leden van de centrales en de werkgeversorganisaties aan de beurt; zij bepalen uiteindelijk of er een akkoord bereikt wordt of niet.

De komende tijd zullen wij uitgebreider ingaan op de belangrijkste elementen van het resultaat. Wat gebeurt er met het nabestaandenpensioen en het arbeidsongeschiktheidspensioen? Welke waarborgen kent het stelsel om te voorkomen dat er schokken in de uitkering plaatsvinden? Hoe ziet de premie eruit en wat gebeurt daarmee? Hoe wordt omgegaan met het gegeven dat er een groep werknemers is die door de veranderde premiesystematiek minder pensioen zou krijgen (als er geen maatregelen waren getroffen).

Specifiek voor militairen gaan we in op de vraag hoe het zit met de aanspraken die nog steeds uit de defensiebegroting worden betaald (waarvan bij het ABP geen overdraagbaar kapitaal voorhanden is), hoe het zit met de bijzondere militaire pensioenen, zoals het invaliditeitspensioen en hoe het zit met de opbouw bij inzet en VVHO.

We trappen af met een artikel over de vrij principiële keuze die in het begin van het onderhandelingsproces gemaakt is over de vraag wat de aard van het stelsel is.