Word lid
Als een bestuursorgaan (bijvoorbeeld Defensie) geleden schade niet wil vergoeden, dan kun je naar de rechtbank stappen. De rechtbank kan dan bepalen dat het bestuursorgaan alsnog de knip moet trekken. Vorig jaar deed de rechtbank een interessante uitspraak in zo’n zaak.
In augustus 2019 vroeg een marinier ons of de VBM zijn letselschade kon verhalen op Defensie. Hij was in september 2016 begonnen met de POTOM (Praktische Opleiding tot Officier der Mariniers). Hij ontwikkelde daarin scheenbeenklachten, een blessure die vaker voorkomt onder militairen. Hij kreeg andere schoenen, fysiotherapie, en later ook een tijdelijke mutatie in de vorm van een vrijstelling voor een aantal activiteiten, waaronder speedmarsen.
Vlak voor de kerstvakantie liep zijn mutatie af. Nog één speedmars voor de boeg en dan zou de kerstvakantie beginnen. Hij haalde de speedmars niet. ‘Of je doet hem opnieuw, of je gaat met ontslag’, legden zijn instructeurs hem voor. Hij ging voor de herkansing, op zijn tandvlees, en haalde het. Helaas voor hem verergerden zijn klachten en hielden ze blijvend aan.
’Schade gezondheidsklachten marinier niet vergoed’De VBM heeft aan Defensie gevraagd om die schade (door zijn gezondheidsklachten) te vergoeden. Defensie wilde dat niet doen. Defensie vond dat zowel de behandelend artsen als de begeleiders in de opleiding aan hun zorgplicht voor de marinier hebben voldaan. Voor Defensie als werkgever geldt kortweg als norm dat die zorg ‘zo goed als redelijkerwijs mogelijk’ moet zijn. Begeleiders moeten proberen te voorkomen dat een ambtenaar schade lijdt. En voor een behandelend arts geldt als norm dat deze moet handelen zoals een bekwaam en redelijk handelend collega dat ook zou hebben gedaan in een vergelijkbare situatie. Redelijkheid, dat is in beide gevallen het sleutelwoord in de geldende norm.
Als het bestuursorgaan, zoals hier, de schade niet vergoedt, dan kan de rechtbank worden gevraagd of zij willen bepalen dat het bestuursorgaan de schade moet vergoeden. De VBM heeft voor deze marinier zo’n verzoek gedaan. Helaas voor hem heeft de rechtbank ons verzoek afgewezen (de uitspraak is na te lezen op www.rechtspraak.nl; kenmerk ECLI:NL:RBDHA:2021:6767).
De uitspraak was teleurstellend voor de marinier. Tegelijkertijd is het een interessante uitspraak, omdat die laat zien hoe bovengenoemde zorgvuldigheidsnormen worden toegepast. Op één onderdeel van de uitspraak wil ik nader inzoomen. Dat betreft de gang van zaken rondom de speedmars. De marinier had zich allereerst op het standpunt gesteld dat aan de mutatie geen vrijvaldatum verbonden had mogen worden. Hij vond dat de arts eerst zijn gezondheidssituatie had moeten beoordelen voordat de mutatie zou aflopen. Daarnaast vond de marinier dat het kader hem niet meteen een speedmars had moeten laten lopen en dat hij, zeker na afloop van die eerste speedmars, door het kader doorverwezen had moeten worden naar een arts.
Beide stellingen heeft de rechtbank verworpen.
De rechtbank vond het allereerst redelijk dat de arts de militair niet direct na afloop van de mutatie terug hoefde te zien. Daarbij heeft de rechtbank opgemerkt dat de militair zichzelf ook vóór afloop van de mutatie had kunnen melden bij de arts. Daarnaast is het volgens de rechtbank aannemelijk dat het kader zich aan zijn zorgplicht had gehouden. Daarbij heeft de rechtbank overwogen dat de marinier zich ook na de eerste speedmars ziek had kunnen melden. ‘Dat eiser (de marinier) een mentale drang voelde om de opleiding te voltooien is begrijpelijk, maar doet aan zijn eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van zijn fysieke gesteldheid niet af’, zo stelde de rechtbank vast.
Eigen verantwoordelijkheid nemen voor je fysieke gesteldheid is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Van militairen wordt gevraagd om tot het uiterste te gaan en niet te snel op te geven. Militairen zullen, zeker in opleidingssituaties, niet altijd het gevoel hebben dat ze een arts kunnen raadplegen of dat ze bij het kader kunnen aangeven dat de grens echt is bereikt.
De uitspraak bevat voor militairen in elk geval een duidelijke les. Als je intuïtie je ingeeft dat je klachten te erg zijn geworden om door te gaan, dan is het zaak om een arts te raadplegen en die arts zo volledig mogelijk te vertellen waar je last van hebt. Er is moed voor nodig om een grens te stellen en je bloot te geven. De gevolgen van te lang doorgaan kunnen echter zeer ernstig zijn. En je kunt er, zo leert de uitspraak, bovendien niet op rekenen dat die schade te verhalen zal zijn.