Word lid
De Hoofddirecteur Personeel (HDP) heeft het mandaat om namens de minister van Defensie ministeriële regelingen vast te stellen. Dit mandaat vloeit voort uit het Algemeen militair ambtenarenreglement, het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie, het inkomstenbesluit militairen, et cetera. De HDP is gemandateerd werkgever namens de minister en namens de staatssecretaris, omdat de staatssecretaris personeel in zijn portefeuille heeft.
De Bestuursstaf, onder leiding van de secretaris-generaal, maakt het beleid voor het ministerie van Defensie. Het stuurt het departement op hoofdlijnen aan, verdeelt het defensiebudget en controleert de uitgaven. De commandanten van de krijgsmachtdelen zorgen dat het beleid van de Bestuursstaf wordt uitgevoerd. Verder adviseert de Bestuursstaf de minister als lid van het kabinet.
De minister is verantwoordelijk voor het algehele beleid van Defensie terwijl de ambtelijke leiding in handen is van de secretaris-generaal. De commandant der strijdkrachten is de belangrijkste militaire adviseur van de minister. De CDS stuurt ook de commandanten van de defensieonderdelen aan.
Waarom vertel ik dit allemaal? Het personeel, de militairen en burgermedewerkers, zijn de belangrijkste factor om de defensieorganisatie goed te laten functioneren. Op dit moment werken er 74.000 militairen, reservisten en burgermedewerkers, maar dit aantal moet groeien naar 200.000. Gelet op de huidige omvang, de beoogde groei, de omvangrijke personele knelpunten, de daarbij nog te ontwikkelen ICT-ondersteuning en de benodigde veranderingen in personeelsbeleid die om verdere maatregelen vragen, is het van groot belang dat de HDP doorzettingsmacht heeft. Die doorzettingsmacht is alléén te organiseren als de HDP een plek krijg in de Bestuursstaf. In de huidige setting, als onderdeel van het Directoraat-Generaal Beleid (DGB) is het voor de HDP, gezien zijn positie, onmogelijk om naar behoren te kunnen functioneren. Dit vanwege de vaak tegenstrijdige belangen binnen de Haagse defensiewereld maar ook in de verhouding met de defensieonderdelen, waarbij het te vaak voorkomt dat het beleid van de Hoofddirectie Personeel níet wordt opgevolgd, met alle negatieve consequenties van dien voor de militairen en burgermedewerkers. Dit moet een halt worden toegeroepen!
In het Sectoroverleg Defensie op dinsdag 22 april 2025, waarbij staatssecretaris van Defensie Gijs Tuinman als voorzitter optrad, heb ik dit nadrukkelijk onder zijn aandacht gebracht. De staatssecretaris antwoordde dat hij dit punt zal meenemen en ernaar zal kijken.
Voor de VBM is dit een belangrijk punt. Verandering van ‘ophanging’ is essentieel voor het toekomstige personeelsbeleid en voor een gedegen uitvoering daarvan door de defensiestaf en de defensieonderdelen. Zeker in de huidige situatie waarin een geloofwaardige afschrikking essentieel is en een inzet in hoofdtaak 1 steeds waarschijnlijker wordt.
Jean Debie