Word lid
Burgermedewerkers kunnen als er sprake is van plichtsverzuim, disciplinair worden bestraft (artikel 99 van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie, BARD). Er kunnen diverse straffen worden opgelegd, variërend van een schriftelijke berisping, een extra dienst, financiële straffen, (o)verplaatsing, schorsing en ontslag (artikel 100 BARD). Voor militairen werkt dit anders: er zijn in de militaire rechtspositieregeling (het Algemeen militair ambtenarenreglement, AMAR) minder straffen beschikbaar. Wangedrag van een militair kan op grond van het AMAR alleen worden bestraft met een ambtsbericht (artikel 28c AMAR) of ontslag (artikel 39, lid 2, onder L). Dit artikel gaat over het ambtsbericht.
Gegevens over het gedrag van een militair kunnen schriftelijk worden vastgelegd in een ambtsbericht (artikel 28c lid 1 AMAR). De informatie die in het ambtsbericht wordt vastgelegd kan zowel positief als negatief zijn. In de praktijk zien we dat de informatie die wordt vastgelegd in een ambtsbericht meestal negatief is. Het ambtsbericht kan dan betrekking hebben op bijvoorbeeld ongewenst gedrag, kennis over vermeende strafbare feiten, maar ook zien op gedragingen in het kader van missies.
Een ambtsbericht kan vervolgens gedurende maximaal zes jaar na de vaststelling worden meegewogen bij een rechtspositioneel besluit (artikel 28c lid 5 AMAR). De gevolgen zijn dus niet direct duidelijk. Duidelijk is wel dat de gevolgen ingrijpend kunnen zijn. Een ambtsbericht kan er bijvoorbeeld toe leiden dat je in een bepaalde periode niet wordt toegelaten tot een opleiding of bevorderd wordt. Ondanks dat het concrete effect zich pas later toont, kan het van belang zijn het ambtsbericht aan te vechten. Doe je dit niet, dan komt het ambtsbericht vast te staan. Daardoor kan op een later moment in principe niet meer worden aangevochten dat het ambtsbericht bij andere beslissingen in de opgelegde periode kan meewegen.
De termijn van zes jaar is een maximale termijn. Dat betekent dat er ook aanleiding kan zijn voor een kortere duur dan de maximale zes jaar. Voor de termijn die aan het ambtsbericht wordt verbonden, geldt dat die niet onevenredig mag zijn. Dit moet worden beoordeeld aan de hand van de omstandigheden van het geval. Aangezien deze omstandigheden specifiek zijn en van geval tot geval verschillen, kunnen geen algemene richtlijnen worden gegeven wanneer welke duur passend (niet onevenredig) is.
Ben je het niet eens met een (voorgenomen) ambtsbericht? Dan kun je uiteraard contact met ons opnemen. De VBM roept daarnaast leden die een ambtsbericht opgelegd hebben gekregen, op om zich te melden. Het gaat dan (ook) om ambtsberichten uit een verder verleden, ook die waarvoor in principe geen mogelijkheid meer is om deze aan te vechten. Het doel is dan ook niet om deze alsnog ter discussie te stellen, maar om informatie te verzamelen over welke duur Defensie en de verschillende OPCO’s aan een ambtsbericht verbinden en zodoende hier meer inzicht in te verkrijgen.