Word lid
Recent benaderde een burgermedewerker bij Defensie ons met het verzoek om te kijken naar de afwijzingen van zijn aanvragen voor zorgverlof. Hij vervoerde en begeleidde een naaste bloedverwant naar het ziekenhuis voor behandeling. Hiervoor had het vakbondslid meermaals zorgverlof aangevraagd. Volgens de leidinggevende viel dat niet onder ‘noodzakelijke verzorging’ en diende hij regulier verlof aan te vragen. Wat zegt de wetgever hierover?
Zowel militairen als burgerambtenaren kunnen kortdurend zorgverlof aanvragen met behoud van inkomsten (artikel 87b AMAR en artikel 46d BARD). Recht op kortdurend zorgverlof bestaat op grond van artikel 5:1 van de Wet Arbeid en Zorg indien sprake is van ‘noodzakelijke verzorging’ in verband met ziekte van onder andere partner, (stief- of pleeg)kind, ouder, broer/zus of een persoon met wie de werknemer anderszins een sociale relatie heeft voor zover de te verlenen zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit die relatie. Er kan alleen sprake zijn van ‘noodzakelijke verzorging’ als er een medische noodzaak is voor de behandeling.
Wetgever weegt belangen van werkgever en werknemer tegen elkaar af
Daarnaast volgt uit de Memorie van toelichting op de Wet Arbeid en Zorg, dat het kortdurend zorgverlof bedoeld is om werknemers in staat te stellen zelf gedurende korte tijd zorg te verlenen aan de personen zoals bovenstaand vermeld. De vereiste noodzaak tot zorgverlening heeft niet alleen betrekking op de behoefte aan zorg van de betreffende persoon, maar ook de omstandigheid dat de zorg door de betreffende werknemer moet worden verleend en niet op andere wijze kan worden verstrekt. De wetgever weegt daarbij de belangen van de werkgever en werknemer tegen elkaar af. De werkgever kan bijvoorbeeld aanvoeren dat er sprake is van een zodanig zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang dat het belang van de werknemer daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken.
In de wetgeving en de Memorie van toelichting wordt zeker niet uitgesloten dat het vervoeren van/naar en begeleiden tijdens een doktersafspraak in het ziekenhuis onder ’noodzakelijke verzorging’ valt. Relevant bij de beoordeling is volgens ons wat bijvoorbeeld het medisch advies is (denk aan een rijverbod), welke bijwerkingen de behandeling of de medicijnen hebben, of de doktersafspraak buiten werktijd gepland kon worden, of wellicht anderen de zorg konden verlenen en hoe ernstig de ziekte is. Wanneer het maximale aantal uren aan kortdurend zorgverlof niet toereikend is, kan men langdurend zorgverlof aanvragen met behoud van inkomsten voor het verlenen van noodzakelijke zorg (artikel 46e BARD en artikel 87c AMAR).
Met bovenstaande informatie hebben we contact opgenomen met Defensie en de omstandigheden van het lid nader toegelicht. Het resultaat daarvan is dat het zorgverlof alsnog werd toegekend.