Nadat met een moment van stilte de overledenen waren herdacht, kon op vrijdag 25 mei 2018 de honderdste Algemene Vergadering van de VBM beginnen. Vanwege dit ‘jubileum’ was er een extra aangekleed programma in congrescentrum De Werelt te Lunteren. Voorzitter Jean Debie verwelkomde enkele nieuwe en terugkerende bestuurders: de heren Maassen (afdeling Amsterdam), Pot, IJzendoorn en Piersma (afdeling Den Helder), Clabbers (afdeling Apeldoorn) en mevrouw Bal-Stofregen (afdeling Twente/Eibergen).

AOW-gat

Tijdens de Algemene Vergadering (AV) werd kort ingegaan op het AOW-gat. In de Defensienota 2018 werd bekendgemaakt dat het AOW-gat alsnog voor 100% wordt gedicht. Voorzitter Jean Debie: “Ik ben hier buitengewoon blij mee. Dit heeft heel veel lobbywerk in de richting van de Tweede Kamer en in de richting van de bewindspersonen gekost. Natuurlijk, succes heeft vele vaders, maar wij als VBM hebben ons buitengewoon ingezet hiervoor, in allerlei vormen: het overleg, bij rechtbanken, bij de Centrale Raad van Beroep en in de vorm van een intensieve politieke lobby. Uiteindelijk is er door heel veel inzet van velen een goed resultaat uitgekomen. Onze zorg is er nu op gericht dat het ABP dit zo snel als mogelijk uitvoert.”

Aantal uitdagingen in 2018

“We staan voor een aantal grote uitdagingen” sprak Jean Debie de AV toe. “Zoals een nieuw arbeidsvoorwaardenakkoord en een nieuwe pensioenregeling voor militairen. Er zal in hoog tempo gewerkt moeten worden om dit tijdig te realiseren.
Er zijn 5.420 vacatures en daar komen nog 2.800 vacatures bij door uitbreidingsplannen. Tegelijkertijd is de uitstroom onverminderd hoog. Wil Defensie het vertrouwen van het personeel terugwinnen, dan moet er heel veel gebeuren. Om te beginnen moet Defensie zich houden aan afspraken. Defensieonderdelen moeten geen eigen interpretaties van afspraken gaan hanteren. Capaciteitsproblemen binnen de opleidingen moeten worden aangepakt. Het is te gek voor woorden dat er soldaten en korporaals zijn die 3 jaar moeten wachten op hun functieopleiding. Er zijn leden die na 5 of 6 jaar, hun werk nog steeds niet goed kunnen uitvoeren en de organisatie daarom, met pijn in het hart, verlaten.
Ik hoop dat de bewindslieden in staat zullen zijn om de uitstroom te stoppen. Het is in elk geval goed om te zien dat in de Defensienota – voor het eerst in de geschiedenis – het personeel centraal is gesteld. Minister Bijleveld en staatssecretaris Visser kregen een Defensienota 2018 onder hun neus met het verzoek deze te tekenen. Dat hebben ze níet gedaan. Ze zijn eerst het land in gegaan om te spreken met mensen in de organisatie: manschappen, onderofficieren en officieren.”

Jean Debie vervolgt: “Hoe gaan we het personeelsbeleid nu vormgeven? De bonden hebben hier ook een verantwoordelijkheid. Ik heb de insteek gekozen: geef iedereen een aanstelling voor onbetaalde tijd en zorg ervoor dat mensen mbo-, hbo-, of wo-opgeleid en gekwalificeerd worden. Dan zijn ze ook kansrijk op de arbeidsmarkt.”

Jean Debie had nog een rechtstreekse boodschap aan staatssecretaris Visser: “Zorg dat er veel meer zichtbare maatregelen komen die militairen en burgers op de werkvloer voelen.”

Het volledige verslag in te lezen in de Trivizier 2018-6/7

 

Tags