Word lid
De voorbereiding van de evacuaties uit Kaboel was te beperkt en kwam te laat op gang; in aanloop naar de evacuatiefase hebben de ministeries van Buitenlandse Zaken en Defensie afwachtend en te laat gehandeld. Dat is één van de hoofdconclusies uit het ‘Rapport Ruys’. Een commissie onder leiding van voormalig topambtenaar Maarten Ruys deed de afgelopen 1,5 jaar onderzoek naar de evacuatieoperatie, die Nederland in de tweede helft van augustus 2021 uitvoerde.
Het rapport van de Commissie van Onderzoek Evacuatieoperatie Kaboel is zéér kritisch. Positief is de commissie over het team dat vanaf 18 augustus tot en met 26 augustus heeft geopereerd op het vliegveld in Kaboel. Dit team is erin geslaagd 1.860 mensen te evacueren die Nederland als eindbestemming hadden.
De special forces, de diplomaten, de BSB’ers en de SCOT (Snelle Consulaire OndersteuningsTeams) die vanaf 18 augustus de evacuatieoperatie in Kaboel op gang brachten, hebben onder moeilijke omstandigheden goed werk verricht. Zij hebben dag en nacht doorgewerkt, onder grote emotionele en politieke druk, met weinig slaap, in de stank en overdag in de zinderende hitte. Mede dankzij het creëren van de ‘Holland spot’ bij de Abbey Gate lukte het uiteindelijk om 1.860 mensen die Nederland als eindbestemming hadden, te evacueren. Zonder deze plek was dit vermoedelijk niet gelukt, gezien het geringe aantal militairen dat Nederland heeft ingezet voor deze evacuatieoperatie.
De medewerkers van de crisisorganisatie en de belteams in Den Haag hebben een grote inspanning geleverd tijdens de evacuatiefase. De crisisteams kregen te maken met een chaotische situatie, zoals verschillende versies van lijsten van personen die in aanmerking kwamen voor evacuatie en een mailbox die overspoeld raakte. De vele verzoeken voor evacuatie zorgden ervoor dat de crisisteams niet goed bereikbaar waren. Ook de communicatie met het team in Kaboel verliep moeizaam.
Mede op basis van de ervaringen met de crisisoperatie in Kaboel is bij het ministerie van Buitenlandse Zaken een vast crisisteam ingericht.
Het gegeven dat tolken en hoog-profielmedewerkers hebben gewerkt voor Nederlandse missies in Afghanistan en dat dat bekend is bij de taliban, maakt dat zij risico lopen. Defensie heeft daarom een bijzondere verantwoordelijkheid voor de tolken met wie zij gewerkt heeft tijdens deze missies, schrijft de commissie in haar rapport.
Vanuit verschillende kanten, onder andere door de VBM, is sinds 2014 aandacht gevraagd voor de risico’s die tolken en hoog-profielmedewerkers in Afghanistan liepen. Het kabinet is herhaaldelijk en met klem verzocht actie te ondernemen.
De VBM heeft, samen met een groot aantal organisaties en personen, meerdere malen opgeroepen om de tolken en hun gezinnen naar Nederland te halen. Op 1 juni 2021 werd een noodkreet gestuurd aan de secretaris-generaal van de NAVO, Jens Stoltenberg. Een kopie van deze brief is gestuurd naar acht regeringsleiders, waaronder (per aangetekende post) naar minister-president Rutte, met een afschrift aan de verantwoordelijke bewindslieden. In deze brief staat dat er op 1 juni nog 100 dagen te gaan zijn tot de datum van 11 september 2021 (van die datum wordt op dat moment uitgegaan voor de voltooiing van de terugtrekking van de Amerikaanse troepen). In de brief wordt de oproep gedaan bescherming te bieden aan ‘Afghan Locally Engaged Civilian Staff’. De commissie heeft bij het ministerie van Algemene Zaken navraag gedaan naar de opvolging die is gegeven aan de oproep uit deze brief. In reactie daarop heeft Algemene Zaken aangegeven dat de brief destijds niet bij het ministerie is binnengekomen. De brief was niet terug te vinden in de systemen waarin binnenkomende post wordt geregistreerd. De minister-president kan zich desgevraagd niet herinneren de brief te hebben gelezen.
Tijdens een debat van de Tweede Kamercommissie Defensie op 17 augustus gaf de minister van Defensie aan dat alle tolken in beeld waren. Dat bleek echter niet zo te zijn. De centrale registratie is pas na de evacuatieoperatie uit Kaboel door Defensie opgepakt. De commissie begrijpt het ongenoegen van de Tweede Kamer over de wijze waarop uitvoering is gegeven aan de werkafspraken voor de tolken. Defensie richtte zich alleen op de rol die het ministerie volgens de werkafspraken had te vervullen, namelijk het controleren of de aanvrager inderdaad had getolkt voor een Nederlandse missie. De werkafspraken waren weliswaar helder, maar de afspraken regelden niet wie de verantwoordelijkheid zou nemen voor het gehele dossier. Gezien de directe relatie met de tolken en hoog-profielmedewerkers had Defensie tijdiger en nadrukkelijker de verantwoordelijkheid moeten nemen voor het gehele proces. Defensie had dit op zich moeten nemen zodra er (in ieder geval vanaf 2021) signalen waren dat de uitvoering niet adequaat liep, zo schrijft de commissie in het rapport.
In de week voorafgaand aan de val van Kaboel (de week van 9 augustus) is binnen Defensie twee keer de optie voorgelegd om een team van tien tot twaalf mensen (een taakeenheid met een aantal militaire specialisten) naar Kaboel te sturen. Ook de ambassade (met name de defensieattaché) heeft op 13 en 14 augustus geadviseerd om special forces gereed te stellen en militaire versterking te sturen. Vanuit de militaire leiding van Defensie is echter besloten geen opvolging te geven aan dit advies. Het argument om geen militairen te sturen, was dat het inzetten van dit team een signaal zou afgeven dat zou kunnen leiden tot paniek en tot escalatie van de situatie. Aan dit argument kent de commissie geen enkel gewicht toe, gezien de verhouding van de Nederlandse inzet ten opzichte van de militaire inzet van de Amerikanen, Britten, Duitsers en Fransen. Uiteindelijk is op maandag 16 augustus besloten een vervangend ambassadeteam met militaire ondersteuning naar Kaboel te sturen. Die beslissing is naar het oordeel van de commissie te laat genomen.
De VBM vindt dat Nederland moreel verplicht is om alles op alles te zetten om tolken en hoog-profielmedewerkers die met Nederlanders samengewerkt hebben, alsnog naar Nederland te halen. Het feit dat Nederland sommigen wel in veiligheid bracht en andere niet, is niet uit te leggen. De vraag is nu welk beleid de regering gaat maken om ervoor te zorgen dat tolken en hoog-profielmedewekers die in Afghanistan achtergebleven zijn en gevaar lopen, alsnog naar Nederland gehaald kunnen worden!
Het volledige rapport is te lezen op https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2023Z16819&did=2023D40876