Het jarenlang niet indexeren van de pensioenen door een bedrijfstakpensioenfonds is niet in strijd met het recht op eigendom. Die uitspraak deed het Gerechtshof in Den Haag op 28 november jl. Het betreft overigens geen rechtszaak die gevoerd is door de VBM.

Ook wanneer artikel 17 van het Handvest wél van toepassing zou zijn geweest, was het uitblijven van de pensioenindexatie niet strijdig met het recht op eigendom.

Het gaat om een hoger beroepsprocedure tussen enerzijds het bedrijfstakpensioenfonds PMT (voluit: Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek) en anderzijds pensioenontvangers van dat pensioenfonds. Het Gerechtshof te Den Haag bevestigde dat PMT niet onrechtmatig heeft gehandeld door de pensioenuitkering sinds 2008 niet te indexeren. Eerder was ook de kantonrechter al tot hetzelfde oordeel gekomen.

PMT is, net zoals het ABP, een bedrijfstakpensioenfonds. Deelneming aan het pensioenfonds is verplicht op grond van de wet. In het pensioenreglement van PMT is (net zoals bij het ABP) vastgelegd dat de verhoging of indexatie van de pensioenuitkering voorwaardelijk is, en dus geen vaststaand recht.

De eisende partij in deze rechtszaak, twee pensioenontvangers van PMT, vonden dat PMT – door de pensioenen sinds 2008 niet meer te indexeren – handelt in strijd met het recht op eigendom zoals vastgelegd in artikel 17 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: ‘Handvest’). In dit artikel gaat het erom dat niemand zijn eigendom mag worden ontnomen, behalve in het algemeen belang.

Het Gerechtshof oordeelde op 28 november echter dat artikel 17 van het Handvest hier niet van toepassing is. Het Handvest is namelijk alleen van toepassing wanneer het Unierecht ten uitvoer wordt gebracht. Het Unierecht is het geheel van EU-wetten en regels. Dat kan alleen worden ingezet tegen instellingen van de Europese Unie, of binnen lidstaten als het gaat over uitvoering van Europese regelgeving.

Hoe zit dat? In deze rechtszaak stonden zoals gezegd de voorwaardelijke indexatie van pensioenuitkeringen binnen het pensioenreglement centraal. Binnen het Unierecht bestaat echter geen voorschrift of rechtsregel die hiermee voldoende verband houdt. Er is daarom geen sprake van een situatie die binnen de werkingssfeer van het Unierecht valt.

Maar daar blijft het niet bij. Het Gerechtshof oordeelt namelijk dat ook wanneer artikel 17 van het Handvest wél van toepassing zou zijn geweest, dat ook dan het uitblijven van de pensioenindexatie niet strijdig zou zijn met het recht op eigendom.

Volgens het pensioenreglement is er geen onvoorwaardelijk recht op indexatie. Er is slechts een voorwaardelijk recht op toeslag of indexatie en geen vermogensrecht in de zin van artikel 17 Handvest.

Op basis van een eerdere rechterlijke uitspraak voerden de pensioenontvangers aan, dat indexatie een voorwaarde is voor solidariteit. En solidariteit is weer een vereiste voor een pensioenfonds met een verplichte deelneming, zoals PMT. Zonder indexatie – en dus zonder solidariteit – zou PMT handelen in strijd met het Europees recht, redeneerden de eisers. Deze redenatie gaat het Hof veel te ver. Indexatie vormt volgens het Hof slechts één van de verschillende elementen die meegewogen moeten worden bij de beoordeling of sprake is van een hoge mate van solidariteit binnen de pensioenregeling. Achterblijvende indexatie wil dus niet zeggen dat er geen solidariteit meer is.

Het Gerechtshof vult nog aan dat dat ook wanneer het eigendomsrecht in de zin van artikel 17 Handvest wel van toepassing zou zijn geweest, het uitblijven van indexatie nog steeds gerechtvaardigd kon zijn. Het eigendomsrecht van artikel 17 Handvest is namelijk niet absoluut. Beperking van dit recht is mogelijk, onder bepaalde voorwaarden. Dit kan alleen als de beperking (a) bij wet is gesteld, (b) de wezenlijke inhoud van het recht eerbiedigt/slechts een beperkt gedeelte betreft (c) met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel noodzakelijk is en (d) daadwerkelijk beantwoordt aan de doelstellingen van algemeen belang. Het niet indexeren van de PMT-pensioenen voldoet aan deze voorwaarden, oordeelt het Hof ten overvloede.

De mogelijkheden voor een vervolg zoals cassatie (een vorm van hoger beroep) worden nu onderzocht.

De uitspraak is hier na te lezen.

Tags